Emmelie Scholtens: “Met een goed passend bit ben je veel problemen voor”
Al jaren lang rijdt Emmelie Scholtens op hoog niveau dressuur. Sinds enkele maanden is ze ook ambassadrice van Sprenger. Wij gingen langs bij Emmelie en vroegen naar haar ervaringen op het gebied van bitten.
Sinds 10 jaar heeft Emmelie samen met Jeroen Witte een eigen Dressuurstal. Hier leiden ze paarden op tot het hoogste niveau. Emmelie is opgenomen in het Olympische dressuurkader met haar hengst Desperado. Met hem verscheen ze aan de start van het EK in Rotterdam en reed ze recentelijk zeer succesvol de Wereldbekerwedstrijd in Lyon mee. Emmelie rijdt al jaren met Sprenger bitten. “Ik heb wel eens wat anders geprobeerd, maar ik kom altijd weer terug bij Sprenger.”
Waarop baseer jij de keuze van een bit?
Emmelie: “Allereerst kijk ik naar wat voor mondje het paard heeft. Tegenwoordig hebben paarden kleine mondjes dus kies ik vaak voor een smal bit. Bij losse ringen let ik er wel op dat het niet te smal is. Ik gebruik vaak de Dynamic RS. Dit is een bit dat niet breed is en fijn en stabiel in de mond ligt. Het ziet er daarom mooi en rustig uit. Bij een nieuw paard begin ik met een bit waar ik vaak mee rijd. Doorgaans blijft dat dan zo, behalve als er problemen zijn. Eerlijk gezegd heb ik niet snel paarden met mondproblemen. Met een goed passend bit ben je veel problemen al voor!”
Als je kennis nodig hebt over bitten, hoe kom je daar dan aan?
“Met bitten is het altijd moeilijk, want het is grotendeels een gevoelskwestie. Advies haal ik altijd bij het Drunens Ruiterhuis. Sommige dingen moet je even met iemand overleggen en dan kijken hoe het paard aanvoelt. Het is altijd zoeken wat bij je paard past en wat je zelf prettig vindt. Daarom is het altijd fijn om met iemand te kunnen overleggen en het daarna te proberen.”
Wissel je vaak van bit?
“Ik rijd veel met de Dynamic RS dubbel gebroken watertrens, maar gebruik soms ook een vaste ring. Bijvoorbeeld bij jonge paarden of paarden die iets te los zijn in de aanleuning. Dit doe ik puur op gevoel. Waar ik wel vaker in wissel, is het gebruik van trens en stang en trens. Ik rijd veel op een trens, ook met mijn toppaarden. Richting een wedstrijd gebruik ik dan wel vaker de stang en trens, maar als ik geen wedstrijden heb, rijd ik soms weken op een gewone trens.”
Stang & trens
Vanaf de Grand Prix mag je starten met stang & trens. Wanneer maak jij de overgang?
“Dat verschilt per paard. Ik rijd veel jonge paarden. Op 6-jarige leeftijd rijd ik vaak de selecties voor het WK jonge paarden. Dat moet op trens. Vaak maak ik dan het zomerseizoen af op trens en maak ik daarna de overstap. Ik kies dan voor een licht gebogen stang. Voor mijn gevoel begin ik dan bij het normale.”
Zou je de Grand Prix ook op een trens kunnen rijden?
“Iedere Grand Prix-ruiter kan dat denk ik wel. Al is de stang er niet voor niks. Die zorgt voor de verfijning. Je rijdt niet met een stang om hard in te werken, maar om het nog mooier en stiller te maken. Een stang wordt vaak gezien als iets heftigs, maar je moet het juist gebruiken om minder hulpen te hoeven geven.”
Normaal gesproken is de stang meestal een maat kleiner dan de trens, maar jij gebruikt vaak een combinatie waarbij de trens juist kleiner is. Kun je daar iets meer over vertellen?
“Ik ervaar dat een kleinere onderlegtrens beter op de juiste plaats blijft liggen en fijner werkt. Tevens ziet het beeld er aangenamer uit. Sowieso vind ik dat bitten vaak te groot worden gekozen. Naast dat het er niet mooi uit ziet, is de inwerking vaak onjuist of zelfs geheel averechts. Ik rij vaak met smalle bitten, meestal 11,5 centimeter en soms zelfs 10,5 centimeter.”
Welzijn
Tegenwoordig is er veel discussie rondom het gebruik van bitten ten opzichte van paardenwelzijn. Hoe sta jij hier tegenover?
“Wij werken dag in dag uit met paarden, maar ik ervaar niet dat ze het onprettig vinden om een bit in te hebben. Natuurlijk moet je goed blijven aanvoelen en voorzichtig zijn, maar ik sta positief tegenover het gebruik van een bit. Je moet er wel voor zorgen dat het goed past en het paard zich er comfortabel bij voelt. Dat hangt ook heel erg af van de manier waarop jij zelf rijdt. Als je grof rijdt met een bit is dat nooit goed. Maar als je grof rijdt met een bitloos hoofdstel, is dat eveneens niet goed.”
Denk je dat de huidige regelgeving op het gebied van bitten voldoet om het welzijn van paarden te waarborgen?
“Dat vind ik een lastige vraag. Als je ziet wat er bij het springen allemaal in gehangen wordt, denk ik wel eens: oeps! Bij de dressuur hebben ze het dan allemaal wel standaard gehouden. Ik denk dat het belangrijker is hoe je rijdt dan wat voor bit je gebruikt.”
Heb je nog een tip voor een (beginnende) ruiter als het aankomt op de bitkeuze?
“Probeer niet direct te beginnen met bitten die scherp inwerken. Kies liever voor een standaard bit.
Vaak kun je na twee keer met een bit rijden al merken of het iets voor jou is. Al moet je soms ook wennen. Paardrijden is een gevoelskwestie, het kost tijd. Daarbij hoeft het niet altijd alleen aan het bit te liggen. Het is altijd een proces met meerdere invloeden. Grijp dus niet direct naar veel hulpmiddelen als je het ook met geduld kunt oplossen.”
TIP van JRS: Heb jij moeite met het maken van de juiste bitkeuze? Check op onze Dealerpagina welke winkel bij jou in de buurt Sprenger verkoopt. Zij helpen je graag met het vinden van het ideale bit voor jou en je paard.